Discussion:
wet van ohm (p =u²/r )
(te oud om op te antwoorden)
Eline
2006-09-24 21:12:51 UTC
Permalink
ik loop tijdens de studie, die ik nu 6 weken voor het examen maar eens
serieus ben gaan oppakken, tegen iets aan waarvan ik dacht dat het
altijd anders was.

Volgens het studieboek is P = U²/R

Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R

Dit pasten wij toe voor berekening van vermogen van de (illegale) 3
meter zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een
condensator geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een
voltmeter. Uit de illegale fabriekszendertjes (stentor) meetten we dan
een spanning van 22,3 Volt, daarbij opgeteld de spanning over de diode
kwamen we op 23 Volt. 23² is dan 529 en dat deelden wij door 104 (2R) en
dan hadden we ongeveer het vermogen (5 Watt, de helft op 100 mhz en de
rest op de harmonischen :( )

Aangezien ik totaal geen wiskundige kijk heb op formules, zie ik niet
welk een formule nu juist is, en als die uit het studieboek juist is,
wat hebben wij dan in de praktijk gedaan?

--

Eline
PDxxxx
Vonkenboer
2006-09-24 21:21:18 UTC
Permalink
Post by Eline
ik loop tijdens de studie, die ik nu 6 weken voor het examen maar eens
serieus ben gaan oppakken, tegen iets aan waarvan ik dacht dat het altijd
anders was.
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
Dit pasten wij toe voor berekening van vermogen van de (illegale) 3 meter
zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een condensator
geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een voltmeter. Uit de
illegale fabriekszendertjes (stentor) meetten we dan een spanning van 22,3
Volt, daarbij opgeteld de spanning over de diode kwamen we op 23 Volt. 23² is
dan 529 en dat deelden wij door 104 (2R) en dan hadden we ongeveer het
vermogen (5 Watt, de helft op 100 mhz en de rest op de harmonischen :( )
Aangezien ik totaal geen wiskundige kijk heb op formules, zie ik niet welk
een formule nu juist is, en als die uit het studieboek juist is, wat hebben
wij dan in de praktijk gedaan?
Volgens mij is het I kwadraat X R.
wroem
2006-09-24 22:02:00 UTC
Permalink
P=U2/R is juist.
P=I2.R is ook juist.

Groeten,
Hans.
--
Post by Vonkenboer
Post by Eline
ik loop tijdens de studie, die ik nu 6 weken voor het examen maar eens
serieus ben gaan oppakken, tegen iets aan waarvan ik dacht dat het altijd
anders was.
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
Dit pasten wij toe voor berekening van vermogen van de (illegale) 3 meter
zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een condensator
geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een voltmeter. Uit de
illegale fabriekszendertjes (stentor) meetten we dan een spanning van 22,3
Volt, daarbij opgeteld de spanning over de diode kwamen we op 23 Volt. 23² is
dan 529 en dat deelden wij door 104 (2R) en dan hadden we ongeveer het
vermogen (5 Watt, de helft op 100 mhz en de rest op de harmonischen :( )
Aangezien ik totaal geen wiskundige kijk heb op formules, zie ik niet welk
een formule nu juist is, en als die uit het studieboek juist is, wat hebben
wij dan in de praktijk gedaan?
Volgens mij is het I kwadraat X R.
Gerard R. Oppewal
2006-09-24 22:05:38 UTC
Permalink
Post by Vonkenboer
Volgens mij is het I kwadraat X R.
P = U²/R kan rechtstreek uit de Wet van Ohm afgeleid worden. Klopt, hoor.

Met vriendelijke groet,

Gerard Oppewal - PE1OUD
Joop van der Velden
2006-09-24 22:38:41 UTC
Permalink
Post by Eline
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
meter zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een
condensator geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een
voltmeter.
Jij mat de topspanning. De formule in het studieboek gaat uit van de
effectieve spanning.
--
Joop van der Velden - ***@amsat.org
Het hele jaar door radiovlooienmarkt op:
http://sharon.esrac.ele.tue.nl/verkopen/
Eline
2006-09-24 22:52:21 UTC
Permalink
Post by Joop van der Velden
Post by Eline
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
meter zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een
condensator geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een
voltmeter.
Jij mat de topspanning. De formule in het studieboek gaat uit van de
effectieve spanning.
Ja, dat moet het zijn geweest,we meetten de topspanning, met een
formule die dus aan alle kanten rammelden en had moeten zijn:

P = u²/ r gedeeld door wortel 3, dus dan had je 23² = 529 /52 = 10,17
gedeeld door 1,73 = 5,88 Watt. Wel wat veel voor een mrf 237, maar goed,
die meters van toen (jaren 70) waren ook niet zo goed hf bestendig :)

--

Eline
Meindert Sprang
2006-09-25 06:53:33 UTC
Permalink
Post by Eline
P = u²/ r gedeeld door wortel 3, dus dan had je 23² = 529 /52 = 10,17
gedeeld door 1,73 = 5,88 Watt. Wel wat veel voor een mrf 237, maar goed,
die meters van toen (jaren 70) waren ook niet zo goed hf bestendig :)
Nu maak je er helemaal een potje van. Wortel 3 komt bij deze berekening niet
voor. Je moet de gemeten topspanning eerst delen door wortel 2 om de
effective spanning te krijgen. Eerst dan pas je P = U²/ R toe.

Meindert
Eline
2006-09-25 07:15:20 UTC
Permalink
Post by Meindert Sprang
Post by Eline
P = u²/ r gedeeld door wortel 3, dus dan had je 23² = 529 /52 = 10,17
gedeeld door 1,73 = 5,88 Watt. Wel wat veel voor een mrf 237, maar goed,
die meters van toen (jaren 70) waren ook niet zo goed hf bestendig :)
Nu maak je er helemaal een potje van. Wortel 3 komt bij deze berekening niet
voor. Je moet de gemeten topspanning eerst delen door wortel 2 om de
effective spanning te krijgen. Eerst dan pas je P = U²/ R toe.
tja, dat blijkt wel, net zoals wij vroeger op 3 meter een potje van
maakten :). Duidelijk een gevalletje van klok en klepel. Wortel 3 is
geloof ik weer met 3 fase kracht stroom ( 230 × wortel3 = 398 Volt en
gedeeld door wortel 3 133 Volt, was vroeger 380 en 127 volt, dat heb ik
nog bij natuurkunde geleerd).

23 gedeeld door wortel 2 is 16,3 V effectief, dat in kwadraat is 266,08
en dat weer delen door 52 Ohm is 5,11 Watt. Dat komt goed overeen met
wat zo'n dingetje kon leveren op die frequenties.

--

Eline
André, PE1PQX
2006-09-25 00:33:25 UTC
Permalink
Post by Joop van der Velden
Post by Eline
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
meter zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een
condensator geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een
voltmeter.
Jij mat de topspanning. De formule in het studieboek gaat uit van de
effectieve spanning.
Effectief of top, dat maakt voor de formule (wiskundig gezien) niet
uit:

En nu voor Eline:

U = I * R
P = U * I => P = I2 * R (anders geschreven: P = I * I * R, U is
vervangen door I*R)

I = U / R
P = U * I => P=U2 / R (anders geschreven: P= U*U/R, I is vervangen
door U/R)

Je kunt de formules altijd herleiden tot een andere formule, zoals ik
hierboven heb aangegeven.
In princiepe 'bouw' (in de wiskunde heet dat 'herleiden') je één
formule in een andere formule, zodat je niet eerst bijvoorbeeld de
spanning uitrekenen moet, als je alleen de stroom en weerstand hebt als
je het vermogen wilt weten (zie eerste voorbeeld).

Succes met de studie!

André
--
(\__/)
( o.O) This is Bunny. Copy and paste bunny into
(")_(") your signature to help him gain world domination.
Cees Keyer
2006-09-25 15:45:16 UTC
Permalink
Post by André, PE1PQX
Post by Joop van der Velden
Post by Eline
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
meter zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een
condensator geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een
voltmeter.
Jij mat de topspanning. De formule in het studieboek gaat uit van de
effectieve spanning.
U = I * R
P = U * I => P = I2 * R (anders geschreven: P = I * I * R, U is
vervangen door I*R)
I = U / R
P = U * I => P=U2 / R (anders geschreven: P= U*U/R, I is vervangen door
U/R)
Je kunt de formules altijd herleiden tot een andere formule, zoals ik
hierboven heb aangegeven.
In princiepe 'bouw' (in de wiskunde heet dat 'herleiden') je één formule
in een andere formule, zodat je niet eerst bijvoorbeeld de spanning
uitrekenen moet, als je alleen de stroom en weerstand hebt als je het
vermogen wilt weten (zie eerste voorbeeld).
Succes met de studie!
André
Een andere curiositeit om op te merken is dat het elektrisch vermogen
niet door de draad wordt getransporteerd maar buiten de draad.
Het vermogen is het uitprodukt van E en H gedeeld door 2. dus (E X H)/2
De zogenaamde poyntingvector.

En het gemiddelde vermogen P = 1/T int[P(t) dt] en dan integreren van 0
tot T.
Met int wordt een integraalteken genoemd.
--
# A brainstorm to one person could be a slight draft to the other one.
# Cees Keyer, Amsterdam school of technology (change -at- in @ in E)
# dept. Electronic Engineering, Weesperzijde 190, 1097DZ Amsterdam, NL
# pe1jmj-at-amsat.org Voice: (+31)20-5951639, Fax: (+31)20-5951420
B!
2006-09-25 16:07:28 UTC
Permalink
On Mon, 25 Sep 2006 17:45:16 +0200, Cees Keyer
Post by Cees Keyer
Het vermogen is het uitprodukt van E en H gedeeld door 2. dus (E X H)/2
De zogenaamde poyntingvector.
En het gemiddelde vermogen P = 1/T int[P(t) dt] en dan integreren van 0
tot T.
Met int wordt een integraalteken genoemd.
Theorie van het EM-veld. Dat was een zeldzame verspilling van energie
bij mijn studie elektrotechniek.
--
Boldly going forward, 'cause we can't find reverse
Gerard R. Oppewal
2006-09-25 16:27:14 UTC
Permalink
Post by Cees Keyer
Post by André, PE1PQX
Post by Joop van der Velden
Post by Eline
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
meter zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een
condensator geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een
voltmeter.
Jij mat de topspanning. De formule in het studieboek gaat uit van de
effectieve spanning.
U = I * R
P = U * I => P = I2 * R (anders geschreven: P = I * I * R, U is
vervangen door I*R)
I = U / R
P = U * I => P=U2 / R (anders geschreven: P= U*U/R, I is vervangen door
U/R)
Je kunt de formules altijd herleiden tot een andere formule, zoals ik
hierboven heb aangegeven.
In princiepe 'bouw' (in de wiskunde heet dat 'herleiden') je één formule
in een andere formule, zodat je niet eerst bijvoorbeeld de spanning
uitrekenen moet, als je alleen de stroom en weerstand hebt als je het
vermogen wilt weten (zie eerste voorbeeld).
Succes met de studie!
André
Een andere curiositeit om op te merken is dat het elektrisch vermogen
niet door de draad wordt getransporteerd maar buiten de draad.
Het vermogen is het uitprodukt van E en H gedeeld door 2. dus (E X H)/2
De zogenaamde poyntingvector.
En het gemiddelde vermogen P = 1/T int[P(t) dt] en dan integreren van 0
tot T.
Met int wordt een integraalteken genoemd.
Precies!! En een kanarie is ook geel............................ ;-)

Met vriendelijke groet,

Gerard Oppewal - PE1OUD
Gert-Jan PA1G
2006-09-25 18:11:38 UTC
Permalink
Post by Gerard R. Oppewal
Post by Cees Keyer
Post by André, PE1PQX
Post by Joop van der Velden
Post by Eline
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
meter zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een
condensator geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een
voltmeter.
Jij mat de topspanning. De formule in het studieboek gaat uit van de
effectieve spanning.
U = I * R
P = U * I => P = I2 * R (anders geschreven: P = I * I * R, U is
vervangen door I*R)
I = U / R
P = U * I => P=U2 / R (anders geschreven: P= U*U/R, I is vervangen door
U/R)
Je kunt de formules altijd herleiden tot een andere formule, zoals ik
hierboven heb aangegeven.
In princiepe 'bouw' (in de wiskunde heet dat 'herleiden') je één formule
in een andere formule, zodat je niet eerst bijvoorbeeld de spanning
uitrekenen moet, als je alleen de stroom en weerstand hebt als je het
vermogen wilt weten (zie eerste voorbeeld).
Succes met de studie!
André
Een andere curiositeit om op te merken is dat het elektrisch vermogen
niet door de draad wordt getransporteerd maar buiten de draad.
Het vermogen is het uitprodukt van E en H gedeeld door 2. dus (E X H)/2
De zogenaamde poyntingvector.
En het gemiddelde vermogen P = 1/T int[P(t) dt] en dan integreren van 0
tot T.
Met int wordt een integraalteken genoemd.
Precies!! En een kanarie is ook geel............................ ;-)
Ik wist ook niet dat de wet van Ohm zo moelijk was. Ik dacht dat het
gewoon U=IxR was... :-)
--
MVG. Gert-Jan PA1G
HF knutselhoekje: www.pa1g.nl Nieuwsgroepronde: www.ng-ronde.nl/
Dit bericht is opgesteld volgens de vrije spelling en grammatica.
Please don't toppost!.... Smoking permitted.
J.W.Siebelink
2006-09-25 18:25:05 UTC
Permalink
Post by Gert-Jan PA1G
Post by Gerard R. Oppewal
Post by Cees Keyer
Post by André, PE1PQX
Post by Joop van der Velden
Post by Eline
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
meter zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een
condensator geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een
voltmeter.
Jij mat de topspanning. De formule in het studieboek gaat uit van de
effectieve spanning.
U = I * R
P = U * I => P = I2 * R (anders geschreven: P = I * I * R, U is
vervangen door I*R)
I = U / R
P = U * I => P=U2 / R (anders geschreven: P= U*U/R, I is vervangen door
U/R)
Je kunt de formules altijd herleiden tot een andere formule, zoals ik
hierboven heb aangegeven.
In princiepe 'bouw' (in de wiskunde heet dat 'herleiden') je één formule
in een andere formule, zodat je niet eerst bijvoorbeeld de spanning
uitrekenen moet, als je alleen de stroom en weerstand hebt als je het
vermogen wilt weten (zie eerste voorbeeld).
Succes met de studie!
André
Een andere curiositeit om op te merken is dat het elektrisch vermogen
niet door de draad wordt getransporteerd maar buiten de draad.
Het vermogen is het uitprodukt van E en H gedeeld door 2. dus (E X H)/2
De zogenaamde poyntingvector.
En het gemiddelde vermogen P = 1/T int[P(t) dt] en dan integreren van 0
tot T.
Met int wordt een integraalteken genoemd.
Precies!! En een kanarie is ook geel............................ ;-)
Ik wist ook niet dat de wet van Ohm zo moelijk was. Ik dacht dat het
gewoon U=IxR was... :-)
--
MVG. Gert-Jan PA1G
HF knutselhoekje: www.pa1g.nl Nieuwsgroepronde: www.ng-ronde.nl/
Dit bericht is opgesteld volgens de vrije spelling en grammatica.
Please don't toppost!.... Smoking permitted.
Ja hoor U=I*R maar toch heeft Cees gelijk: de enegie gaat niet door de draad
maar door het veld daar tussen. Daarvoor is die formule geldig. Het gaat
echter voorbij wat aan kandidaten voor een amateur licentie wordt gevraagd.

73, Hans PA0H
Gert-Jan PA1G
2006-09-25 18:35:50 UTC
Permalink
Post by J.W.Siebelink
Post by Gerard R. Oppewal
Post by Cees Keyer
En het gemiddelde vermogen P = 1/T int[P(t) dt] en dan integreren van 0
tot T.
Met int wordt een integraalteken genoemd.
Precies!! En een kanarie is ook geel............................ ;-)
Ik wist ook niet dat de wet van Ohm zo moelijk was. Ik dacht dat het gewoon
U=IxR was... :-)
Ja hoor U=I*R maar toch heeft Cees gelijk: de enegie gaat niet door de draad
maar door het veld daar tussen. Daarvoor is die formule geldig. Het gaat
echter voorbij wat aan kandidaten voor een amateur licentie wordt gevraagd.
Ik twijfel niet aan Cees. Mijn opmerking was grappig bedoelt.
--
MVG. Gert-Jan PA1G
HF knutselhoekje: www.pa1g.nl Nieuwsgroepronde: www.ng-ronde.nl/
Dit bericht is opgesteld volgens de vrije spelling en grammatica.
Please don't toppost!.... Smoking permitted.
John Vermeulen
2006-09-25 18:34:27 UTC
Permalink
Post by Eline
ik loop tijdens de studie, die ik nu 6 weken voor het examen maar eens
serieus ben gaan oppakken, tegen iets aan waarvan ik dacht dat het altijd
anders was.
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
Dit pasten wij toe voor berekening van vermogen van de (illegale) 3 meter
zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een condensator
geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een voltmeter. Uit de
illegale fabriekszendertjes (stentor) meetten we dan een spanning van 22,3
Volt, daarbij opgeteld de spanning over de diode kwamen we op 23 Volt. 23²
is dan 529 en dat deelden wij door 104 (2R) en dan hadden we ongeveer het
vermogen (5 Watt, de helft op 100 mhz en de rest op de harmonischen :( )
Aangezien ik totaal geen wiskundige kijk heb op formules, zie ik niet welk
een formule nu juist is, en als die uit het studieboek juist is, wat
hebben wij dan in de praktijk gedaan?
--
Eline
PDxxxx
De enige juiste formule is natuurlijk P = U² / 2R
In jouw toepassing klopte je formule.
In P = U²/R wordt met Ueffectief gewerkt.
Met die R en C heb jij destijds de topspanning gemeten.
De relatie tussen Ueffectief en Utop wordt gegeven met Ueff = Ut / ?2.
Vervang in P = U² / 2R de U(eff) door Ut / ?2.
Dus: P = Ueff² / R = (Ut/?2)² / R = Ut² / (?2)² / R = Ut² / 2 / R = Ut² /
2R.

Misschien zul je het de komende weken nog druk krijgen.

73, John.
John Vermeulen
2006-09-25 19:13:25 UTC
Permalink
Post by John Vermeulen
Post by Eline
ik loop tijdens de studie, die ik nu 6 weken voor het examen maar eens
serieus ben gaan oppakken, tegen iets aan waarvan ik dacht dat het altijd
anders was.
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
Dit pasten wij toe voor berekening van vermogen van de (illegale) 3 meter
zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een condensator
geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een voltmeter. Uit de
illegale fabriekszendertjes (stentor) meetten we dan een spanning van
22,3 Volt, daarbij opgeteld de spanning over de diode kwamen we op 23
Volt. 23² is dan 529 en dat deelden wij door 104 (2R) en dan hadden we
ongeveer het vermogen (5 Watt, de helft op 100 mhz en de rest op de
harmonischen :( )
Aangezien ik totaal geen wiskundige kijk heb op formules, zie ik niet
welk een formule nu juist is, en als die uit het studieboek juist is, wat
hebben wij dan in de praktijk gedaan?
--
Eline
PDxxxx
De enige juiste formule is natuurlijk P = U² / 2R
In jouw toepassing klopte je formule.
In P = U²/R wordt met Ueffectief gewerkt.
Met die R en C heb jij destijds de topspanning gemeten.
De relatie tussen Ueffectief en Utop wordt gegeven met Ueff = Ut / ?2.
Vervang in P = U² / 2R de U(eff) door Ut / ?2.
Dus: P = Ueff² / R = (Ut/?2)² / R = Ut² / (?2)² / R = Ut² / 2 / R = Ut²
/ 2R.
Misschien zul je het de komende weken nog druk krijgen.
73, John.
Ik zie dat het wortelteken niet begrepen wordt.
Dus lees voor het vraagteken een wortelteken.
John.
Cees Keyer
2006-09-26 16:38:15 UTC
Permalink
Post by John Vermeulen
Post by John Vermeulen
Post by Eline
ik loop tijdens de studie, die ik nu 6 weken voor het examen maar eens
serieus ben gaan oppakken, tegen iets aan waarvan ik dacht dat het altijd
anders was.
Volgens het studieboek is P = U²/R
Maar in de praktijk heb ik ooit toegepast: P = U² / 2R
Dit pasten wij toe voor berekening van vermogen van de (illegale) 3 meter
zenders. Over de dummyload (52 Ohm) was een diode en een condensator
geschakeld. Op het knooppunt van C en D hingen we een voltmeter. Uit de
illegale fabriekszendertjes (stentor) meetten we dan een spanning van
22,3 Volt, daarbij opgeteld de spanning over de diode kwamen we op 23
Volt. 23² is dan 529 en dat deelden wij door 104 (2R) en dan hadden we
ongeveer het vermogen (5 Watt, de helft op 100 mhz en de rest op de
harmonischen :( )
Aangezien ik totaal geen wiskundige kijk heb op formules, zie ik niet
welk een formule nu juist is, en als die uit het studieboek juist is, wat
hebben wij dan in de praktijk gedaan?
--
Eline
PDxxxx
De enige juiste formule is natuurlijk P = U² / 2R
In jouw toepassing klopte je formule.
In P = U²/R wordt met Ueffectief gewerkt.
Met die R en C heb jij destijds de topspanning gemeten.
De relatie tussen Ueffectief en Utop wordt gegeven met Ueff = Ut / ?2.
Vervang in P = U² / 2R de U(eff) door Ut / ?2.
Dus: P = Ueff² / R = (Ut/?2)² / R = Ut² / (?2)² / R = Ut² / 2 / R = Ut²
/ 2R.
Misschien zul je het de komende weken nog druk krijgen.
73, John.
Ik zie dat het wortelteken niet begrepen wordt.
Dus lees voor het vraagteken een wortelteken.
John.
Alleen mits de spanning sinusvormig is (of cosinus vormig for that matter)
heb je de sqrt(2) (wortel 2) dus
--
# A brainstorm to one person could be a slight draft to the other one.
# Cees Keyer, Amsterdam school of technology (change -at- in @ in E)
# dept. Electronic Engineering, Weesperzijde 190, 1097DZ Amsterdam, NL
# pe1jmj-at-amsat.org Voice: (+31)20-5951639, Fax: (+31)20-5951420
Loading...